Voorbereiding hardloopwedstrijd: de 6 meest gemaakte fouten

Voorbereiding hardloopwedstrijd: de 6 meest gemaakte fouten

Iedereen maakt fouten in de voorbereiding op een wedstrijd. Dat is niet erg, zolang je ervan leert. Sommige fouten komen echter zó vaak terug, dat het zonde is om er zelf nog een keer in te trappen.

  1. Te snel te veel willen
  2. Altijd in hetzelfde tempo lopen
  3. De lange duurloop overslaan
  4. Te laat beginnen met wedstrijdspecifiek trainen
  5. Nieuwe spullen testen op de wedstrijddag
  6. Vergeet niet te taperen

1. Te snel te veel willen

Je schrijft je in voor een event, voelt een golf motivatie en besluit meteen flink op te schalen. Extra trainingen, langere afstanden, hogere tempo’s. En dan, na een paar weken, begint het te piepen en te kraken.

Hoe voorkom je dit?

  • Verhoog je totale weekomvang met hooguit 10 tot 15 procent per keer
  • Wissel zware en lichte weken af
  • Zie je schema als een globale leidraad, niet als iets dat koste wat kost afgevinkt moet worden

2. Altijd in hetzelfde tempo lopen

Veel recreatieve lopers hebben één standaardtempo. Duurlopen, interval, herstelloopje, alles gaat ongeveer even snel. Dat voelt veilig, maar het remt je progressie.

Wat helpt?

  • Bouw bewust contrast in: echt rustig in je herstelloopjes, duidelijk sneller in je intervallen
  • Probeer tijdens rustige duurlopen nog makkelijk te kunnen praten
  • Wees niet bang dat "te langzaam" lopen slecht zou zijn. Juist die rustige kilometers maken je sterker.

3. De lange duurloop overslaan

Je hebt een drukke week, slaat een training over en kiest er dan vaak voor om de lange duurloop te laten vallen. Begrijpelijk, maar voor de meeste afstanden is dit nou net de belangrijkste training.

Zo pak je het beter aan:

  • Plan je duurloop op de dag waarop de kans het grootst is dat hij lukt
  • Liever een iets kortere duurloop dan geen duurloop
  • Zie het als jouw "hoofdsessie" van de week

4. Te laat beginnen met wedstrijdspecifiek trainen

Veel lopers trainen maandenlang "algemeen" en schrikken dan als de wedstrijd dichterbij komt. Opeens voelt het tempo waar je op mikt erg scherp.

Wat kun je doen?

  • Ongeveer zes tot acht weken voor je event wat vaker blokken op of rond je doeltempo lopen
  • Niet elke training, maar bijvoorbeeld één keer per week
  • Ook het terrein waarop je traint laten lijken op de wedstrijd: asfalt als je event op asfalt is, heuvels als je event heuvelachtig is

5. Nieuwe spullen testen op de wedstrijddag

Nieuwe schoenen, een gloednieuw shirt, onbekende gels. Het lijkt een feestje, maar je loopt risico op blaren, schuurplekken of een protesterende maag.

Simpel ezelsbruggetje:

  • Niets nieuws op de dag zelf
  • Test schoenen, sokken, voeding en kleding minstens één keer in een stevige training
  • Noteer wat wel en niet goed werkt, zodat je later niets hoeft te gokken

6. Vergeet niet te taperen

Veel lopers vinden het spannend om in de laatste week iets gas terug te nemen. Toch is juist die periode belangrijk om uitgerust aan de start te staan.

Hoe doe je dat?

  • Verminder in de laatste 7 tot 10 dagen je totale kilometers
  • Houd wat korte prikkels in je schema, maar geen zware intervallen meer
  • Vertrouw op het werk dat je al hebt gedaan

Een wedstrijdvoorbereiding hoeft niet perfect te zijn om succesvol te zijn. Maar als je deze klassieke fouten uit de weg gaat, vergroot je de kans dat je met een glimlach over de finish komt. En daarna kun je op Nextrace meteen weer een nieuw doel op de hardloopkalender zoeken.